• Vertaald in zeven landen
  • Fimrechten verkocht
  • Bekroonde met Gustav Heinemann Friedenspreis 2021
  • Nominatie Deutscher Jugendliteraturpreis 2021
  • Tweede plaats Kleine Cervantes-prijs 2020
  • White Raven 2019

Wilma Geldof

Het meisje met de vlechtjes

Boek

‘Waarom denk je toch altijd dat ik niet bang ben?’ Ik doe de dingen niet omdat ik niet bang ben, ik doe ze omdat het móét. En omdat het altijd goed gaat. Omdat ik een meisje ben.
‘Als je echt bang was…’ begint hij. (…)
‘Angst leer je af,’ zeg ik, want dat is wat Frans zegt. ‘En als ik doodga,’ veroVertaald in 7 talelg ik, ‘heb ik wel het góéde gedaan.’
‘Als je doodgaat?!’ Peters stem is scherp. ‘Wat doe je allemaal? Waar zeg je ja tegen?’

In 1941 sluiten Freddie en haar oudere zus zich aan bij het gewapend verzet. Ze verleiden hooggeplaatste nazi’s en lokken ze het bos in, waar ze worden gedood door verzetskameraden. Dan krijgen de zusjes zelf een pistool, en Freddie slingert heen en weer tussen angst en moed, twijfel en trots. Kun je een ander mens doden zonder zelf te veranderen? Wie kan ze nog vertrouwen? Dan doet ze een schokkende ontdekking…
Fragment: Het meisje met de vlechtjes

Lees mee

Fragment

Het meisje met de vlechtjes

Het is woensdagavond, ik sta op de hoek van de Olieslagerslaan. Elke woensdagavond om halfacht verlaat Venema zijn huis aan de Van Eedenstraat; dan fietst hij via het Nauwe Geldelozepad naar het zaaltje verderop aan deze laan waar hij een schaakclub bezoekt, en tussen kwart over negen en halftien vertrekt hij daar weer. Vanmorgen, toen hij naar zijn werk ging, heeft Abe hem aangewezen. Hij heeft ons alle details verteld.
Het is negen uur. Ik sta op de uitkijk. Ik heb mijn vlechtjes in. En rode strikken. Misschien – als hij niet verschijnt – sta ik hier volgende week weer. Of als hij niet alleen is. Of als er toevallig net andere mensen in de steeg lopen. Het kan weken duren voor het lukt. Als hij onraad ruikt en een andere route neemt, zullen we een nieuw plan moeten maken.
Er staat een koude wind. Ik wrijf in mijn handen en stop ze in de zakken van mijn jas. Het is rustig op straat, dat is goed. Ik hoef niet veel te doen. Enkel opletten. En als ik ons doelwit aan zie komen op mijn vingers fluiten. Dat is alles. Op mijn signaal zal Truus vanuit de Iordensstraat het Nauwe Geldelozepad in rijden en hem neerschieten. De actie zal niet langer dan een seconde duren. Dan vluchten. Niemand zal op mij letten. Truus loopt het risico, ik niet. Maar ze twijfelde niet. We hebben er nauwelijks over gepraat, maar ik heb geen aarzeling bij haar gezien.
Ik pluk aan mijn strikken, maak een nieuwe strik in mijn vlecht, kijk op en… Daar! Wat een mazzel. Ik zie hem het pand aan de Olieslagerslaan verlaten, herken hem al vanuit de verte. Soepel springt hij op zijn fiets. Zo’n bleke vent met wittig haar, heel tevreden met zichzelf. Hij zal vast gewonnen hebben met schaken. Hij fietst mijn kant op. Op z’n gemakje. Hij passeert mij, maar ziet me niet. Ik wacht tot hij bijna het Nauwe Geldelozepad in fietst, dan fluit ik op mijn vingers. Hard en schel. Voor Truus het sein op haar fiets te stappen en de steeg in te rijden. Haar rechterhand in de zak van haar jas, haar hand om het pistool, alles gereed. Ik weet precies hoelang het duurt voor ze die Venema tegenkomt. Ik stap ook op mijn fiets.
Ik kijk de steeg in om te zien of het goed gaat. Daarna zal ik er via de Olieslagerslaan vandoor gaan, een volgende zijsteeg in en zo de wijk uit. Ik kijk de steeg in. Zie Truus op haar fiets. Zie Venema haar naderen. Een beetje slingerend fietst hij over de verzakte straatklinkers. Ik zie Truus het stuur met één hand vasthouden, haar rechterhand in de zak van haar jas. Zie haar het pistool uit haar jaszak trekken.
Richten, schieten, wegwezen, denk ik. Dat heeft Frans gezegd. Dat heeft de ouwe Willemsen gezegd.
Truus richt. En dan… Dan niets. Helemaal niets! Haar pistool ketst. Ze haalt de trekker opnieuw over, een klik, en weer niets.
Venema springt van zijn fiets, draait om in de smalle steeg en zet een spurt in. Hij komt mijn kant op.
Ik rijd hem tegemoet. Zijn gezicht is lijkbleek, alsof hij de duivel heeft gezien. Dan ziet hij mij. Hij kijkt mij aan, het lijkt alsof hij denkt dat ik hem kom helpen. Hij kijkt opgelucht naar me. Zijn blik is vragend. Dan gaan zijn ogen naar mijn hand, naar het pistool. En ik zie de verbijstering in zijn gezicht, het ongeloof. Mijn hand verzet zich, wil niet schieten, huivert…
Maar ik maak het af.
Venema slaat met fiets en al tegen de grond. Hij schreeuwt. Een gil die jammerend wegsterft. Hij zakt in elkaar. Rochelt. Heel zachtjes. Een bloedplas onder zijn hoofd. En twee gaatjes. Eén in zijn jas, één in zijn voorhoofd.
Ik wil van mijn fiets springen en hem helpen… Ik wil hem oprapen… ‘Kom!’ De stem van Truus. ‘Snel!’ En dan smeren we ’m. Allebei een andere kant op.

Op de terugweg, als alles voorbij is, als ik al ver de stad uit ben en de wereld donker en dood lijkt, heb ik geen reden meer om mijn tranen tegen te houden. Geen tranen om die Venema. Of misschien óók om hem, maar vooral om mijzelf. Het is alsof ik mezelf niet meer ben.
Alsof iets van mij bij hem is achtergebleven.
Ik fiets langs het Spaarne, langs de Droste-fabriek. Over de lange stille weg naar Spaarndam, langs het eindeloze water. Naar huis – nee, niet naar huis – naar tante Lena’s huis. De kou waait door mijn kleren. Ik merk het nauwelijks. Ik fiets alleen maar. Zo hard ik kan. In een fractie van een seconde is de wereld veranderd. Ik ben opnieuw een grens overgegaan en ik kan nooit meer terug.
Ik had dit niet moeten doen.
Ik zou het toch ook helemaal niet doen? Ik wil er niet over nadenken. Er geen woorden aan geven. Maar het barst uit mijn kop. Ik voel mijn rechterwijsvinger weer de trekker overhalen, zie hem in elkaar zakken. Mijn god! Mijn adem stokt in mijn keel.
Ik trap op en neer, op en neer. Hijgend, ogen die dik voelen van het huilen, snot uit mijn neusgaten, jurk plakkend aan mijn lichaam, kom ik bij het dijkhuis van tante Lena aan. (…)

Reacties van de pers

Recencies

Het meisje met de vlechtjes

JAAP LEEST

“Geldof beschrijft geloofwaardig en tot in detail een aantal acties waarbij vooral Duitse soldaten worden omgelegd. (…) Het dilemma over de daden komt vooral naar voren in de gesprekken met Peter, op wie de Freddie in het boek verliefd is. (…) De misverstanden en verwijdering tussen de twee zijn sterk uitgewerkt, net als de gesprekken van Freddie met een professor die ondergedoken zit. Het zet de waanzin van de oorlog in perspectief. Het gaat over liefde, verraad en vertrouwen en het recht om iemand dood te maken.
Geldof schreef eerder ‘Elke dag een druppel gif’ (Thea Beckmanprijs) over een jongen uit een NSB-gezin. Samen met dit boek is het een boeiend tweeluik over goed en kwaad. Het is allemaal niet zo zwart-wit, dat wisten we al wel, maar Geldof zet het aan de hand van deze interessante levensverhalen nogmaals duidelijk neer.”

TROUW

Bas Maliepaard

‘Het meisje met de vlechtjes’ vertelt haar aangrijpende verhaal. Dat wil zeggen: dit filmische boek is gebaseerd op waargebeurde voorvallen. (…) Het verhaal staat op die momenten onder hoogspanning en schokt geregeld door de expliciete toon, maar nog meer door de manier waarop je deelgenoot wordt van Freddies tegenstrijdige emoties. “Het is alsof ik mezelf niet meer ben”, denkt Freddie nadat ze een man heeft gedood. “Alsof iets van mij bij hem is achtergebleven.” Zo rauw las ik niet eerder over het verzet in een jongerenroman. Freddie’s interne strijd groeit (…) De toegevoegde, fictieve verliefdheid tussen Freddie en een jongen die juist niet in opstand komt, werkt goed: zo krijgt Freddie tegenspel en realiseert de lezer zich dat ze óók nog een gewone tiener is, op weg naar volwassenheid.(…) rauw oorlogsboek (…)

PJOTR VAN LENTEREN

(…) ook nu weet ze een verhaal te vinden met plekjes en randjes die schuren. In Het meisje met de vlechtjes vertelt ze het waargebeurde, maar geromantiseerde oorlogsverhaal van de in september overleden Freddie Oversteegen, die als tienermeisje Duitse soldaten het bos in lokt om ze te vermoorden. Denk je eens in wat dat met je doet, nadat je je weer met een kop thee loopt op te winden over die irritante jongens in je klas.”

Wilma Geldof

Het meisje met de vlechtjes

Indringende jeugdroman gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Nederlands jongste verzetmeisje Freddie Oversteegen.

Nederlands | 224 pagina’s.

Meisje met de vlechtjes boek

Bekijk alle boeken